Woongedeelte
Beukenhoeve woongedeelte
De boerderij is rond 1929 verbouwd door de toenmalige nieuwe eigenaar, de familie Ruijter. Het woongedeelte werd geheel aangepast en uitgebreid in de toen heersende bouwstijl. In 1963 is er opnieuw ingrijpend gemoderniseerd, waarbij tevens de westgevel vernieuwd is. Op 12 juni 2015 was de Bouwhistorische Commissie in de gelegenheid om alsnog het woongedeelte van de Beukenhoeve te bezoeken. De bewoners waren verhuisd en de boerderij was leeg.
De voordeur geeft toegang tot de hal met ouderwetse ‘meterkast’ en een mooie grijze granito vloer met zwarte rand uit 1929. Een deur leidt naar de woonkamer met aansluitend de woonkeuken. Vanuit de woonkamer leiden twee openslaande deuren naar de voorkamer links van de voordeur. Hier bevinden zich resten van oud behang (jaren 20?) op jute . In de vloer (van ossenbloedrood geschilderde delen op ossenbloedrood geschilderde vloerbalken) bevindt zich een kelderluik. Deze ondiepe kelder werd in de oorlog gebruikt als schuilplaats voor onderduikers. De strozakken waren niet meer aanwezig, wel stroresten. De deuren en deurposten dateren waarschijnlijk uit de jaren 20, alle deuren zijn echter vlak gemaakt met board. In woonkamer en keuken twee schouwtjes van natuurstenen tegelbrokken uit 1963. In de keuken een modern aanrechtblok en een aantal vaste kasten op de plek van de grote schouw. Deze was recht (geen smuiger) en had bruine tegels. Van de schouw zijn hier geen sporen meer te vinden; in het vierkant is de achterwand nog te zien, opgenomen in het muurwerk. Vanuit de keuken toegang tot het halletje met toilet, badkamer en buitendeur. Een kelderluik met eronder de voorraadkelder. Alle plafonds van zachtboard (1963?), in de keuken kunststof schroten. In het gedeelte van de koegang dat als bijkeuken in gebruik is, zijn als zolderbalken zeer oude eiken balken hergebruikt.
Een vaste trap uit 1929 leidt naar de zolder boven het voorhuis. De wand is getimmerd van delen van ongelijke breedte. Er zijn in die tijd 3 slaapkamertjes gemaakt. De deuren en een enkele kastdeur zijn hergebruikt: ze hebben op de hoeken van het paneel diamantknopversiering. Een van de deuren is een 17e-eeuwse opgeklampte eikenhouten strokendeur, aan de vlakke zijde beschilderd met een 18e-eeuws houtnerfmotief: de randen roodbruin, het ‘paneel’ een soort licht wortelnoten of bloemmotief. Gesmede vleugelscharnieren. De deur is aan 3 zijden ingekort en voorzien van zinken randen, omdat hij ooit geheel behangen was. De houtnerfbeschildering was achter het behang verborgen.
Bij navraag bij de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed kwamen zij met de volgende conclusie:
De deur zou best uit de 17e eeuw afkomstig kunnen zijn, model en spijkerpatroon duiden daarop. De beschildering met het ‘paneel’ dateert zeker van na die periode, op z’n vroegst 1700 tot mogelijk 1770. De kwartronde ‘hoekvullingen’ zijn kenmerkend voor de eerste helft van de 18e eeuw. In de 17e eeuw was het zeer gebruikelijk om vlakke deuren van een figuratieve voorstelling te voorzien, zoals bloemtakken of een personage.
De deur is door de stichting verkregen en hangt in het museum het ‘Huis van Oud’. In enkele kasten bevinden zich resten van oud vloerzeil. Op de zolder staat een fraai gezaagd blauw geschilderd koeschot, ook door de stichting verkregen.
Na de sloop van de boerderij met opstallen is een archeologisch onderzoek uitgevoerd, zie het voorlopig rapport van de Dienst Archeologie West-Friesland in de bijlagen. Enkele vondsten in het rapport beschreven:
- Resten uit de Midden-Bronstijd, ca. 1800 jaar voor Chr.: enkele akkerdelen met ploegvoren van een ‘eergetouw’ en hoefafdrukken van vee.
- Resten van ‘daliegaten’ daterend van rond de 12e eeuw met restanten van het eerst gebouwde, houtenhuis.
- De fundering van de gesloopte (voor)stolp in de oude vorm, uit begin 17e eeuw.
- Waterput, gefundeerd op een oud wagenwiel.
hhs-november 2015
November 2015
Huisbeschrijvingen